Zij. Ze heeft een huid zo zacht als zijde, en mooi licht van kleur. Haar lange haren die tot aan haar smalle heupen reiken, met prachtige krullen, zo blond als bij elkaar geveegde zonnestralen. Een meisje dat altijd een meisje blijft, en oogverblindend straalt. Mooier dan de schoonheid van welke godin dan ook.
Vera Eline Carmel Hollingsworth werd op 2 april 1990 geboren in Rotterdam. Ze woonde de eerste jaren van haar leven in Hillesluis, en verhuisde toen ze acht jaar oud was naar IJsselmonde, waar ze naar de Prins Willem-Alexanderschool aan de Noorderhagen ging. Vera is opgegroeid in een redelijk turbulent gezin, maar was een heel rustig kind dat eigenlijk geen moeilijkheden gaf. Ze hield van buitenspelen, van hutten bouwen, en van dieren. Ze ging ieder jaar op zomerkamp, en heeft haar kindertijd eigenlijk als enige leuke periode van haar leven ervaren.
Na de basisschool is Vera naar het Gemini College in Ridderkerk gegaan, waar ze uiteindelijk zonder diploma na zeven jaar atheneum vanaf ging. Dat diploma had ze overigens makkelijk kunnen halen, maar ze was ervan overtuigd dat ze het niet kon. Die gedachte vormde uiteindelijk rode draad in haar leven. Ze was altijd onzeker, altijd negatief over zichzelf, en dacht altijd dat dingen haar niet zouden lukken. Vera had wel een hoop andere diploma's. Maar liefst dertien zwemdiploma's, om maar iets te noemen.
Vera wilde nooit "groot worden", waardoor de middelbare school voor haar geen makkelijke tijd was. Ze heeft altijd het idee gehad dat ze het volwassen leven "niet zou kunnen", zonder dat er concrete aanwijzingen waren dat dit ook echt zou gaan gebeuren. Vera had absoluut een bovengemiddelde intelligentie en heel veel creatieve talenten. Ze heeft zonder te overdrijven duizenden boeken gelezen, had een gigantische boekenverzameling, en wist al meer van geschiedenis, kunst en literatuur toen ze een tiener was dan ik ooit zal doen. Vera's droom was om archeologe te worden, maar ze heeft zichzelf aangepraat dat je daarvoor "goed in wiskunde" moest zijn, en dat was ze naar eigen zeggen niet.
De prestatiegerichte maatschappij waarin we leven heeft Vera altijd tegengestaan. Het idee dat de maatstaf van "succes" tegenwoordig is wat voor baan je hebt, hoeveel geld je verdient, hoeveel "vrienden" je hebt op allerlei online media; ze vond het heel erg akelig. Dat heeft ook mede haar afkeer voor volwassen worden gevoed. Allerlei verwachtingen die daarbij kwamen kijken, die ze eigenlijk helemaal niet kon begrijpen en niet zo belangrijk vond als de meeste mensen, begonnen steeds zwaarder op haar te drukken en maakten haar alleen maar melancholischer. Ze keek alleen nog maar met weemoed terug naar haar relatief onbezorgde kindertijd, toen ze nog veel buiten kon zijn. Het liefst was Vera een "natuurmeisje" geweest; een onderwerp waar ze later ook een boek over zou schrijven. Ik dacht altijd dat school niets voor mij was, maar Vera is aan het instituut school echt onderdoor gegaan.
Vera kon prachtig schilderen, tekenen, verhalen schrijven, dichten, en zelfs zingen. Het enige dat ze echt niet kon, was beeldhouwen. Dat zag er echt niet uit, sorry lieverd. Na de middelbare school is Vera nog even naar de Kunstacademie in Den Haag geweest, al is dit niet geheel vrijwillig gegaan. Eigenlijk wilde ze niet, want ze heeft haar kunst nooit als commerciële activiteit willen beschouwen. Het was voor haar een manier om zichzelf te uiten, om haar gevoelens, die ze mede vanwege haar thuissituatie niet durfde te uit te spreken, van zich af te tekenen danwel schilderen. Het idee dat haar werken beoordeeld zouden worden met een cijfer; dat iemand die haar niet eens kende een oordeel zou vellen over een stuk dat ze zonder er een reactie op te verwachten had gemaakt, was voor Vera iets vreselijks. Het idee dat iets dat haar altijd zo dierbaar was zou worden gereduceerd tot middel om geld te verdienen, een construct dat ze zo verachtte, was voor haar de druppel. De Kunstacademie heeft echt een behoorlijk litteken achtergelaten, en na die periode heeft ze ook bijna niet meer geschilderd en getekend. Beter gezegd, na die periode is het eigenlijk nooit meer goed gegaan met Vera.
Ik leerde Vera kennen toen ik 14 was. Zij was toen 17, dus dat was best
wel lastig. Ik was altijd maar een vreemd kind. In plaats van plezier
maken, heb ik me zo lang ik me kan herinneren altijd afgevraagd wat de
reden van het leven was. Ik had niet echt vrienden of hobby's, ik kwam
niet echt buiten, maar ik deed gewoon wat er van me verwacht werd.
Destijds was dat naar school gaan, dus dat was wat ik deed. Na school zat
ik een beetje op m'n kamer voor me uit te staren. Het nut van het bestaan
ontging me volledig, en ik heb altijd gehoopt dat het niet te lang hoefde
te duren.
En toen zag ik Vera lopen. Ik weet dat dit klinkt als een cliché, als iets
dat je in een meisjesfilm zou tegenkomen. Maar ik kan er niets aan doen,
het is echt zo gegaan. Ik was destijds 14 en al levensmoe, maar toen zag
ik Vera, en was alles ineens duidelijk. Voor het eerst in mijn hele leven
had ik het gevoel dat er een doel was, dat er een reden was voor mijn
bestaan.
Aangezien Vera ruim drie jaar ouder was dan ik, durfde ik het op m'n 14e niet aan om op haar af te stappen en haar te vertellen wat ik voor haar voelde. Ik heb haar dus maandenlang van een afstand aanbeden, hoe sneu dat ook mag klinken. Tot een klasgenote het op een dag zo zat was, dat ze me bij m'n arm greep en op een stoel naast Vera neerzette. Ik was destijds bijna 16, en Vera was net 19. Ik begon met haar te praten, maar ik weet echt niet meer waarover. En de volgende dag kwam Vera ineens bij mij zitten. Sindsdien waren we op school vrijwel onafscheidelijk. Vera zat een klas hoger, dus we hebben nooit samen in een les gezeten, maar ieder tussenuur dat Vera had, was ik bij haar. En als ik dan zelf wel les had, ging ik gewoon niet, zodat ik bij Vera kon zijn.
Rond die tijd ging het al niet meer zo goed met Vera. Door allerlei
privé-omstandigheden, haar angst voor het volwassen leven en haar
diepgenestelde onzekerheid en lage zelfbeeld, ontwikkelde Vera een
eetstoornis die leek op anorexia nervosa, en altijd als dusdanig werd
beschouwd. Maar ik ben ervan overtuigd dat dat niet was wat ze had, want
Vera zag wel degelijk in dat ze veel te mager was. Als Vera in de spiegel
keek, zag ze zichzelf niet als dik. Vera heeft dun zijn aangegrepen als
manier om "klein" te blijven. Ze is die ziekte gaan nabootsen omdat het
haar kon geven van het leven wat ze zo intens verlangde: voor altijd een
soort kind blijven. Niet de druk en de verantwoordelijkheden van het
volwassen leven moeten ondergaan.
Ondanks haar problemen kregen we destijds een relatie, en wilde ik niets
liever dan Vera een stabiele basis geven. Ik had toen al sterk het gevoel
dat dat was wat Vera nodig had. Ik beloofde haar op school al dat ik er
altijd voor haar zou zijn, en altijd voor haar zou zorgen. Vera kwam
steeds vaker bij me thuis, en dat leek haar echt goed te doen. Natuurlijk
was er een hele lange weg te gaan, maar destijds was ik nog vrij hoopvol
dat liefde, zorg en aandacht, dingen die ze daarvoor jarenlang zo tekort
is gekomen, haar er weer bovenop zouden kunnen helpen.
Helaas is rond diezelfde tijd de GGZ op Vera afgestuurd, wat van het begin af aan compleet misgelopen is. Er werden agressieve "hulpverleners" opgezet, alsof Vera een onhandelbaar probleemkind was. Dit heeft meer kwaad gedaan dan goed. Het zorgde er juist voor dat Vera's problemen alleen maar erger werden. Meer stress, meer vluchtgedrag, minder eten, minder praten. Ik was absoluut niet te spreken over deze inmenging, maar zodra het vliegwiel van de psychiatrie eenmaal aan het draaien is, is er geen stoppen meer aan. In hun oneindige wijsheid besloten ze Vera destijds een antidepressivum voor te schrijven waarvan algemeen bekend is dat de voornaamste bijwerking ernstige misselijkheid is. En voor we het wisten, was er van Vera - die toen amper 45 kilo woog - nog maar minder dan 30 kilo over. Ondanks dat ik haar meermaals heb gezegd dat ik echt geen voorstander van dat soort medicatie was, wilde ze het toch proberen. (Al betwijfel ik achteraf of dit wel echt vrijwillig was.) Niet veel later werd ze gedwongen opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis, om behandeld te worden voor de anorexia die ze helemaal niet echt had. Dit was precies waar ik al die tijd bang voor was geweest. Het begin van het einde was aangebroken, en een mensonterende lijdensweg stond op het punt te beginnen, zo ontdekte ik later.
Tijdens Vera's eerste gedwongen opname brak ze met een hele hoop mensen. Eigenlijk met bijna iedereen. Dat gebeurt heel vaak in die situatie, weet ik nu, achteraf. Ik bezocht Vera elke dag, tot ik op een dag voor haar kamerdeur stond, en ze zei dat ik weer naar huis moest gaan. En ik weet niet wat me bezielde, maar dat deed ik. Ik ben op de fiets gestapt en weer naar huis gegaan. Hoe kon ik zo stom zijn, denk ik nu nog altijd. Waarom ben ik niet gewoon in de familiekamer gaan zitten wachten tot ze weer naar buiten kwam? Natuurlijk had ik op dat moment niet verwacht dat ze me echt helemaal niet meer wilde zien. Ik heb haar die avond nog een paar keer gebeld, maar ze nam niet op. De volgende dag ook niet, en de dagen daarna ook niet. Ze reageerde niet meer op berichten, en ik trok na een paar maanden de conclusie dat ze echt geen behoefte meer aan me had.
Desondanks ben ik nog heel vaak bij haar huis geweest, maar er deed nooit iemand open als ik aanbelde. Ik heb Vera elke maand nog wel een keer geprobeerd te bellen, maar vaak leek haar telefoon helemaal niet aan te staan, en ging het direct naar voicemail, waardoor ik dacht dat ze een ander nummer had. Op Vera's verjaardag stuurde ik haar moeder altijd een e-mail met de vraag hoe het met Vera ging, want dat ik me zorgen om haar maakte, en altijd aan haar ben blijven denken. Maar ik kreeg nooit een reactie. In de tijd dat ik op de fiets naar m'n werk in Rotterdam ging, kwam ik elke dag door Vera's buurt. Iedere dag fietste ik een net andere route, door een ander straatje, in de hoop dat ik haar ergens zou tegenkomen. Maar dat gebeurde nooit. Er is toen een tijd geweest dat ik echt bang was dat ze al was overleden.
Tot ik uiteindelijk tijd toch een reactie kreeg. Haar moeder zei dat ik Vera weer eens moest gaan bezoeken, "nu het nog kon". Ze was weer opgenomen in dezelfde kliniek als waar ze me al die jaren geleden wegstuurde. Ik ben meteen gegaan, en wat ik daar aantrof, is eigenlijk niet te beschrijven. Hoe slecht ze er aan toe was, hoe verwaarloosd, verlaten, van alle moed ontdaan. Het was echt het meest trieste gezicht dat ik ooit in mijn leven had meegemaakt. Sinds dat moment is er geen dag meer geweest dat ik niet bij Vera was. Ik heb haar zo snel mogelijk uit de kliniek gehaald, en we zijn gaan samenwonen. Ik vroeg haar ten huwelijk, en ze zei ja. Op 8-10-18, volgens Vera een "mooie, autistische datum", zijn we getrouwd. In haar jeugd schreef Vera haar dagboeken vol met hoe ze dacht dat ze nooit liefde zou vinden, dat niemand ooit van haar zou houden, en dat ze nooit zou trouwen. Zoals zoveel van haar negatieve gedachten, was ook dit geheel onterecht. Ik had dit al jaren daarvoor gewild.
Hoewel ik Vera nu eindelijk de stabiele basis kon bieden die ik haar
jaren geleden al had willen geven, was ze door haar ervaringen in de
afgelopen jaren zodanig getraumatiseerd en beschadigd dat het heel erg
moeilijk was om haar weer een beetje levenslust te laten krijgen.
Vera had onder andere een dwangstoornis ontwikkeld, waardoor ze iedere dag
kilometers moest lopen. Dag in, dag uit, zeker 30 kilometer, minstens zes
dagen per week, door weer en wind. Met moeite kreeg ik haar zo ver om één
rustdag te nemen. Ga het maar eens proberen, iedere dag die inspanning.
Maar Vera deed het, wat er ook gebeurde, al was ze ziek, ze ging iedere
dag maar weer. Ik heb heel veel slechte gewoontes van Vera kunnen doen
verdwijnen, maar haar dwang om te lopen, om te vluchten, om continu
afleiding van haar gedachten te hebben, heb ik er niet op tijd uit kunnen
krijgen.
Ik hoopte destijds dat ik Vera's ontzettend lage eigenwaarde wellicht wat zou kunnen ombuigen door haar in te laten zien dat al die dingen die ze in haar jeugd in haar dagboeken schreef niet waren uitgekomen. Ze had wel iemand die van haar hield, ze was wel getrouwd, ze woonde wel in een normaal huis, ze kreeg wel bezoek, en ze had wel genoeg geld. Ze zat niet "in een eenkamerwoning die een puinhoop was, op een bank vol gaten, levend van een uitkering", zoals ze haar toekomst voor zich zag toen ze 16 was. En natuurlijk weet ik ook dat het huis waarin je woont en het inkomen dat je hebt niet echt belangrijk zijn in het leven, maar voor Vera was het idee dat ze in de ogen van de hedendaagse maatschappij zou "falen in het leven" altijd zo sterk aanwezig, dat ik het alleen om die reden al wilde ontkrachten, zodat ze daarna hopelijk verder zou kunnen en dat complex voorgoed kon loslaten. Het was immers allemaal niet uitgekomen.
Helaas werd ons woongenot al snel ernstig belemmerd, vanwege zeer
problematische onderburen. Hun geluidsoverlast werd dermate extreem dat
Vera en ik er allebei heel erg van ontregeld raakten. We sliepen bijna
niet meer, wat met Vera's levensstijl natuurlijk heel gevaarlijk was. Mijn
werk ging er onder lijden, evenals mijn zorg voor Vera. En het ergste van
alles leek nog wel te zijn dat Vera aan mij merkte dat ik er doorheen
begon te zitten. Sterker nog, ik begon net als Vera ook continu van huis
weg te vluchten, terwijl dat nu precies datgene was dat ik er bij haar uit
wilde krijgen. Tientallen brieven aan de verhuurder van het huis onder ons
hebben geen effect gehad. De VvE gaf niet thuis, de gemeente wilde niets
voor ons doen, en ook een "onafhankelijke" mediator heeft niet kunnen
helpen. Door hun afkomst waren de onderburen op voorhand al onaantastbaar,
en kon hen onmogelijk enige blaam treffen.
De constante gebroken nachten, het altijd maar moeten vluchten en de
totale uitzichtloosheid die volgde, zorgde er uiteindelijk voor dat Vera
een zelfmoordpoging deed. Ik vond haar maar net op tijd. Ze had een
polsslag van 25, en ademde nog maar vijf keer per minuut. Ze heeft
uiteindelijk drie dagen in coma gelegen op de intensive care, en daarna
nog anderhalve week op interne geneeskunde vanwege nierfalen. Ze wisten
in het ziekenhuis ook niet wat ze ermee aan moesten, dus ze vroegen mij
of ik erbij wilde blijven. Dat heb ik al die tijd dag en nacht gedaan.
Ze herstelde volledig, en nog geen twee weken later liep ze alweer haar
volledige dagelijkse wandelingen.
Aangezien onze woonsituatie nu onhoudbaar was geworden, zijn we daarna snel op zoek gegaan naar een betere plek. Ik wilde vooral ver weg uit Rotterdam, en Vera had het daar nu ook wel gezien. We zijn veel gaan fietsen en rondkijken, en kwamen uiteindelijk terecht in Hendrik-Ido-Ambacht; een nette gemeente aan de rand van de bijbelgordel. We zagen een bord voor een nieuwbouwproject, en reageerden erop. Een paar weken later konden we tekenen. We verkochten ons appartement in Rotterdam, en gingen we tijdelijk bij mijn moeder wonen. Veel tijd brachten we door op mijn werk, waar toch niemand kwam. Een paar maanden later vonden we een tijdelijke huurwoning, waar we zouden blijven tot ons nieuwe huis klaar was. Ieder weekend gingen we naar het bouwterrein om naar de voortgang te kijken; Vera onder het genot van een softijsje van de nabijgelegen snackbar. Ze verheugde zich ontzettend op de nieuwe start die ze daar kon gaan maken, op een nieuwe plek, weg van alle ellende van vroeger. Vera had het eindelijk echt goed kunnen hebben, na bijna een half leven aan diepe ellende.
Toch heeft het niet zo mogen zijn. Vera's enorme inspanningen hebben
ervoor gezorgd dat haar lichaam buitensporig snel aftakelde. Ik zei vaak
tegen haar dat ze met tien jaar wandelen wel vijftig levensjaren had
verbrand. En dat lijkt ook wel te zijn gebeurd. In de ochtend van vrijdag
6 november 2020 overleed Vera in mijn armen na een hartstilstand. Ze lag
gewoon te slapen en stopte met ademhalen. Ik heb nog geprobeerd om haar te
reanimeren, maar dat mocht niet meer baten. Een paar minuten later landde
er een traumahelikopter, en ook een huis vol trauma-artsen en
verpleegkundigen heeft het verschil niet meer kunnen maken. Vera heeft
maar 30 jaar oud mogen worden.
Men zegt dat dit de "beste" manier is om dood te gaan, als het dan toch
moet. En ik denk dat dat ook wel waar is. Ze is niet bang geweest, ze
heeft geen pijn gehad, ze is gewoon gaan slapen en is niet meer wakker
geworden. De dag voor ze overleed hebben we zelfs nog een hele leuke dag
gehad, en zei ze dat ze zich niet kon herinneren wanneer ze voor het
laatst zo gelukkig was geweest. Een beter einde was waarschijnlijk niet
mogelijk geweest, maar ik heb daar natuurlijk weinig aan. Het verlies is
er niet minder pijnlijk door, het gemis niet minder hartverscheurend
aanwezig, en ik blijf net zo alleen achter.
Vera's laatste maanden zijn een behoorlijk nare periode geweest. Door de disproportionele paniek over een virus is haar sociale leven helemaal ingestort. Op haar wandelingen ging ze regelmatig naar supermarkten, koffietafels, kringloopwinkels, bibliotheken, enzovoort. Langzaam maar zeker werd dit allemaal steeds moeilijker tot onmogelijk, wat Vera steeds meer terneergeslagen maakte, haar depressie weer deed toenemen, en haar steeds banger voor de toekomst liet worden. Mensen werden nog gemener dan ze normaal al tegen haar waren, omdat iedereen tegen elkaar werd opgezet door allerlei sentimenten in de samenleving die door de overheid en de media werden aangewakkerd en uitvergroot. Vera was daarbij natuurlijk een makkelijk slachtoffer voor de gefrustreerde mensen die "afstand houden" aangrepen om willekeurige voorbijgangers uit te schelden. Vera ging hierdoor alleen maar meer wandelen in afgelegen gebieden, en kon ook nergens meer even pauze nemen. Ze werd zelfs regelmatig door politieauto's gevolgd, waarschijnlijk om te kijken of ze toch maar nergens alleen op een bankje zou gaan zitten in de buitenlucht. Met name de gezichtsmaskers zijn ongelofelijk traumatiserend en beangstigend voor haar geweest. En dat was de laatste zet die nodig was. Uit angst en wanhoop viel Vera weer kilo's af, en ging ze lichamelijk steeds harder achteruit.
Ik heb in de laatste maanden voor Vera's dood eigenlijk bijna alle
vooruitgang die we geboekt hadden zien verdampen. Pas de laatste paar
dagen ging het weer beter, maar toen was het al te laat. Vera's dood is
voor een heel groot deel te wijten aan hoe we met dit virus zijn omgegaan,
en de tunnelvisie en angstzaaierij die daarbij kwamen kijken. En ja, ik
besef ook dat ze met haar geschiedenis misschien geen 80 had kunnen
worden, maar ze had echt niet met 30 jaar al hoeven te overlijden. Ze had
nog veel meer goede levensjaren kunnen hebben, en had nog veel meer goede
levensjaren verdiend. Wie weet hoe het was gelopen als we de lijn van de
tweede helft van 2019 en de eerste maanden van 2020 hadden kunnen
doorzetten; als Vera ons nieuwe huis wel zou hebben gehaald. De kans is
heel erg groot dat ze dan nog tientallen jaren had kunnen leven. Nu zullen
we het nooit weten. "Het oude leven" zal voor mij niet meer terugkomen,
zoals de overheid maar bleef beloven, want Vera komt niet meer terug. Ze
behoorde helaas tot een groep die in hun ogen nauwelijks waarde had.
Tot de dag van vandaag blijf ik niet kunnen bevatten wat mensen bereid
zijn om anderen aan te doen in ruil voor een vals gevoel van veiligheid.
En dat er nog altijd mensen zijn die alles dat er in die jaren is gebeurd
kunnen rechtvaardigen, is voor mij amper te verkroppen. In de natuur zou
zoiets ook ondenkbaar zijn. Geen enkele diersoort zou immers ooit haar
eigen jongen opofferen om zelf iets langer te kunnen leven. Behalve de
mens dan. De mens doet zoiets wel, en is vervolgens blind voor al het leed
dat ze anderen daarmee hebben aangedaan.
Pas in haar laatste dagen is Vera eindelijk in gaan zien dat ze zo echt niet verder kon gaan. Ze was vastbesloten om het wandelen op te geven, en zei dat ze er "helemaal klaar mee was". Verder zei ze dat ze, nu ze door oververmoeidheid al een paar weken niet meer elke dag naar buiten kon, de conclusie moest trekken dat haar angsten niet waren uitgekomen. De muren kwamen niet op haar af, ze werd niet overspoeld door nare gedachten, ze wilde zichzelf niets aandoen. Nee, "thuis zijn is eigenlijk helemaal niet zo vervelend". Ik werd een heel klein beetje optimistisch dat het misschien uiteindelijk toch nog goed zou kunnen komen, maar het was al te laat.
Vera is op dinsdag 10 november 2020 gecremeerd in Heinenoord. Daar fietsten we samen nog wel eens, nog niet eens zo heel lang daarvoor. Ik heb voor Vera een urn speciaal laten maken, gebaseerd op haar eigen kunststijl. Ik wilde iets unieks voor Vera, net zo uniek als zij zelf was. Ik denk dat Vera nooit heeft willen beseffen hoe ontzettend veel ze voor me betekende, en altijd heeft gedacht dat ik dat alleen maar zei en het niet "kon" menen. Ze had zo'n enorme hekel aan zichzelf. Hoe vaak ze niet zei dat ik beter af was zonder haar, dat ik beter van haar kon scheiden, dat ze niet begreep wat ik toch zag in "dit onding". Het was allemaal zo ongegrond en echt niet waar. Ik hoop dat ze nu eindelijk beseft hoe ontzettend fout ze zat, en hoe onterecht haar beeld van zichzelf haar hele leven geweest is. Vera kon en was zoveel meer dan ze ooit heeft willen geloven.